Voedingszuren (zoals frisdrank, suikergoed) slopen het gebit, voedingszuren lossen het glazuur op. Polyfenolen zoals in groene thee en cistus (bevat de meeste polyfenolen van alle planten soorten in Europa) doen het tegenovergestelde. Polyfenolen hebben een ontstekingsremmende werking en helpen bij het verzachten van allergieën, huidproblemen en hebben een positieve werking op het immuunsysteem.
Polyfenolen kunnen ervoor zorgen dat bacteriën minder aan de tanden hechten, wat gaatjes kan voorkomen. Bacteriën zitten als een laag op het gebit, sommige bacteriën doen geen kwaad (zoals eubacteriën), anderen bacteriën zorgen voor een slechte adem en tasten de tanden aan. Slechte bacteriën (zoals streptococcen) zetten eiwitten uit de voeding om in zwavelgassen en zetten koolhydraten (suikers) om in zuur. Zuren lossen het tandglazuur op.